Choreograaf Mohamed Yusuf Boss onderzoekt in de dansvoorstelling ‘LÍX’ zijn versplinterde zelf. In een danssolo maakt hij het verlangen om een heel mens te zijn invoelbaar. Vanuit de opvatting dat je geschiedenis niet iets is dat achter je ligt, maar in je is opgeslagen, verkent hij zijn bi-culturele achtergrond.
Wat betekent het om als eerste generatie Somaliër op te groeien in Nederland? Wat gebeurt er als geschiedenissen elkaar ontmoeten? En niet alleen geschiedenissen, ook de danstalen van Mohamed, hiphop en de traditionele Somalische dans Djandheer. ‘LÍX’ staat voor het zesde lid van Mohamed zijn gezin, zijn vader, die eind jaren tachtig niet naar Nederland kon vluchten. Wat betekent opgroeien zonder vader nu Mohamed zelf twee kinderen heeft?