ma 12 februari
"Toch hoop ik dat het publiek zich juist gezien voelt in hun minder mooie kanten, als ze mogen kijken naar de mijne"
Elke Vierveijzer over de muzikale voorstelling DRIFT
Als onderdeel van de DansDonderdagen komt de voorstelling ‘One touch’ op donderdag 14 maart naar Podium Hoge Woerd. Choreograaf Jasper van Luijk vraagt zich samen met de dansers van Shifft af hoe we in een sterk individualistische wereld ook lijfelijk verbonden met elkaar blijven. Onlangs was hij te gast in het Radio 1-programma ‘Met het oog op morgen’ om hierover te praten.
We zijn meer op onszelf teruggeworpen dan ooit en fysiek contact heeft een nieuwe betekenis gekregen. De manier waarop we relaties aangaan en onderhouden lijkt daarmee voorgoed veranderd. Tegelijkertijd hebben we allemaal een onlosmakelijke behoefte aan verbinding. Het leven begint en eindigt met aanraking, van onze geboorte tot de handen die ons dragen naar onze laatste rustplaats. Het is misschien wel de meest essentiële vorm van communicatie: onze ‘touch’. Het is het boeiende en vrij actuele uitgangspunt van een hele bijzondere voorstelling geworden.
Dans-bubbel
Over de aanleiding voor het maken van deze voorstelling is Van Luijk duidelijk. “Fysiek contact liegt niet. Als ik een ander lijf aanraak; dat is heel eerlijk, heel direct. En ik merk dat we dat steeds minder doen. Natuurlijk hebben we Covid gehad en we digitaliseren steeds meer. Daardoor is de afstand die we hebben tot elkaar comfortabeler is. Maar misschien zit ik ook te veel in een linkse dans-bubbel. Iedereen is fysiek met elkaar, iedereen knuffelt met elkaar.”
Lichaam als wapen of fort
In een tijd waarin fysiek contact ook vaak wordt gelabeld als grensoverschrijdend, is het volgens Jasper des te interessanter om te kijken waar die grenzen precies liggen. “In korte tijd heb ik met mijn groep onderzocht wat vertrouwen is, hoe ver je kunt gaan in fysiek contact en waar de grenzen voor een lichaam liggen. Zo hebben we bijvoorbeeld een scène waarin we de vraag stellen of het grensoverschrijdend is dat we een lichaam heen en weer slepen en ‘vechten’ om het bezit van een lijf. Maar er zit ook een scène in deze voorstelling waarbij dansers kijken hoe hard je tegen elkaar aan kunt springen, wat comfortabel voor ze is en hoe ver ze daarin kunnen gaan. Is het lichaam dan een wapen in plaats van een fort? Het gaat over sociale constructen.”
Geen knuffelfamilie
“Ik kom zelf niet uit een knuffelfamilie. Mijn vader was marinier en best wel duidelijk in contact: na een knuffel was het ook direct klaar. Het contact werd naar mate ik ouder werd steeds minder. Op de Dansacademie had ik het dus ook best wel moeilijk met hoe iedereen om me heen juist wel comfortabel was met aanraking. Ik was in het begin best wel preuts en had heel veel moeite met de lessen contactimprovisatie, terwijl ik daar nu juist het meeste uit put.”